Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde Hij [23]zeeen; en God zag, dat het goed was. 23. Er staat niet: zee, maar: zeeen, omdat door dit woord bij de Hebreen niet alleen verstaan wordt de grote zee, gelijk Pred.1:7, maar ook andere zeeen, poelen, meren en alle verzamelingen, der wateren. Zie hfdst.14 vs.3; Ex.14:23; Num.34:11; Matth.4:18; Joh.21:1, en elders.